orsa bella
schittert steelpansgewijs
zo zevenvoudig in het hoge noorden
orsa mijn sterre
orsa bella
ik zing haar
ik speel haar
ik strijk haar en ween
ik waande me veilig
in het harige bont
haar honingpot
het zoetste zoet
orsa bella
ik zing haar
ik speel haar
ik strijk haar en ween
ik hield haar geketend
mijn leidsvrouw
trok van stad naar stad
maar het was ik
die danste naar haar pijpen
orsa bella
ik zing haar
ik speel haar
ik strijk haar en ween
ik joeg haar door de bossen na
een valse strik
zij schudde zich van mij
schuilde
groef zich in
orsa bella
ik zing haar
ik speel haar
ik strijk haar en ween
ik dwaalde uitputtend
zocht en vond
mijn zang, mijn zwaan, mijn sterrenkers
haar winterslaap sliep zij nog steeds
orsa bella e crudele
ik zing haar
ik speel haar
ik strijk haar en ween
3e prijs Dichter op Hofwijck ©2013